Er is veel om te doen momenteel; de stikstofcrisis. En dan met name de stikstofuitstoot bij boerenbedrijven. Die moet omlaag voor het klimaat, zo luidt het devies. Want, de agrarische sector stoot veel te veel uit, zegt Den Haag. Tja, en toen hadden we de poppen aan het dansen. Boeren schoten in de weerstand. Met boerenprotesten, holocaust-vergelijkingen en alle andere gevolgen van dien. Wat heeft deze woede bij de boeren nu veroorzaakt? En had dit anders gekund? Het simpele antwoord is ja.
Laten we eerst even terugblikken hoe de stikstofcrisis tot stand kwam: De Rijksoverheid heeft het terugdringen van stikstof al jaren op de agenda staan. Maar op 29 mei 2019 oordeelde de hoogste rechter dat het stikstofbeleid van de overheid niet deugde. Daarop werd de commissie Remkes ingesteld, die in september 2019 met een rapport kwam vol aanbevelingen om als klein, dichtbevolkt land dan wél aan die Europese normering te kunnen voldoen. Een van de maatregelen, zo werd naar buiten gebracht, is het halveren van de veestapel.
De boer op drijfzand
Stel je eens voor. Je bent veeboer. Je hebt honderd koeien en je leest van het een op het andere moment in de krant dat de Nederlandse veestapel gehalveerd moet worden vanwege de stikstof die de koeien uitstoten met hun mest.
Wat denk je dan? Wat voel je dan? Je voelt je aangevallen. Jouw bedrijf, datgene waar jij je met ziel en zaligheid voor inzet en waaraan jij jouw identiteit ontleent, loopt risico. Je weet nog niet precies wat er gaat gebeuren, wat het beleid gaat worden. En dat maakt de situatie eigenlijk alleen maar beangstigender. Je hebt opeens het gevoel dat je op drijfzand staat. En wat is de primaire reactie van iemand die het gevoel heeft dat zijn bestaan bedreigd wordt? Juist: die schiet in de weerstand. Het boerenprotest is geboren.
Wat is de primaire reactie van iemand wiens bestaan bedreigd wordt? Juist: die schiet in de weerstand.
Voorkom weerstand bij een verandering
Weerstand bij een verandering ligt altijd op de loer. En weerstand is nooit constructief. Het verlamd, vertraagt en brengt resultaat in gevaar. Dus wil je, als je een verandering inzet, weerstand zoveel mogelijk beperken. Een verandering opleggen en de weerstand gewoon de kop indrukken is daarbij nooit constructief. De gemoederen sussen kan, maar vaak is het kwaad dan al geschied. Beter voorkom je zoveel mogelijk weerstand nog vóór je een verandering inzet of zelfs aankondigt.
Hoe doe je dit? Door goed in kaart te brengen op wie de verandering allemaal impact kan hebben en alle betrokken partijen vervolgens mee te nemen. Door hen bewust te maken van de noodzaak van de verandering. Door iedereen te horen, door de inbreng van betrokkenen serieus te nemen. Door samen te werken aan een mogelijke oplossing en door het toekomstperspectief al zo concreet mogelijk te schetsen.
Wat was het ideaal?
Terug naar de boeren. Stel, de veeboer met honderd koeien had op die morgen in september zijn krant opengeslagen en hij las dat de veestapel met de helft moet verminderen, maar hij snapte ook dat er iets moest veranderen. Hij was namelijk al maandenlang beetje bij beetje via vakmedia geïnformeerd over de risico’s van stikstof. Hij had er vertrouwen in dat alle opties goed overwogen waren, omdat zijn belangenorganisatie had meegewerkt aan dit besluit. Bovendien lag er een voorstel hoe de overgang naar een kleinere veestapel zou moeten gebeuren. Inclusief kansen voor boeren om hun bedrijf op een andere manier vorm te geven en er daardoor financieel niet al te veel op achteruit, of zelfs vooruit te gaan. De boer in kwestie zou dit besluit alsnog spannend vinden. Maar hij ziet ook de noodzaak en de kansen. Hem is zoveel mogelijk onduidelijkheid en twijfel bespaard. Hierdoor zal hij minder snel in de weerstand zijn geschoten, en zou er ruimte zijn voor een constructief gesprek. Het gesprek van de dag zou dan niet zijn dat de boeren massaal op de tractor springen om te protesteren, maar hoe de agrarische sector deze grote veranderopgave in zou vullen. De sector zou innoveren. Investeren in de toekomst en daarmee wellicht een van de meest innovatieve sectoren van ons land worden.
Wanneer de boer onduidelijkheid en twijfel bespaard was gebleven, was hij minder snel in de weerstand zijn geschoten. Dan zou er ruimte zijn voor een constructief gesprek hoe we kunnen investeren in de toekomst.
Die mogelijkheid is er gelukkig nog wel, maar nu moeten eerst de gemoederen gesust worden. Als dat gebeurd is, kunnen de betrokken partijen samen om tafel, om constructief te werken aan een aanpak. Want de aanpak van de stikstofcrisis is niet alleen een rapport en een rekensom. Het is een innovatie. Een verandering. En het gaat om mensen. Mensen, hun bedrijf en de identiteit die ze daaraan ontleden. Wees je daarvan bewust en koester dat.